Bob van Geffen ziet kansen voor de toekomst

5 maart 2007

Ondanks het verminderd aantal beroepskrachten is diocesaan directeur Bob van Geffen niet pessimistisch over de kansen van de kerk in de toekomst. Dit zegt hij in een interview met Jan Reijnders in BN/De Stem van 2 maart 2007. Maar er moet dan wel wat gebeuren. “Het bisdom Breda kan zo vijftien priesters of pastoraal werkers plaatsen. Eigenlijk zouden zelfs de nu nog overgebleven honderd parochies een eigen priester moeten hebben of in elk geval kunnen gebruiken. En dat terwijl er nog geen veertig actieve priesters meer zijn,” aldus Van Geffen. Het bisdom doet er alles aan om jonge priesters en pastoraal werkers aan te trekken. “Zo zijn we een zogenoemd fakkelproject begonnen waarmee we ook ons pastoraal talent proberen op te sporen en te motiveren.”
Het bisdom kiest er niet voor om priesters in het buitenland te werven. “Afgezien van het ongewenste effect dat je deze van andere bisdommen afsnoept is er bijna altijd een groot taal- en cultuurverschil. Het pastoraat is een communicatief vak. Dat iemand een kruisteken kan maken is niet voldoende. Priesters moeten Nederlands leren, bij voorkeur Brabants.”

Celibaat niet oorzaak.
Van Geffen schrijft het priestertekort niet toe aan de celibaatswetgeving. “Je ziet de schaarste evengoed bij kerken die geen celibaatsverplichting kennen. Het is meer een cultuur. Het verlies van het sacramentel, het sterk veranderde aanzien van het ambt en de eenzaamheid spelen een grotere rol.” Van Geffen wijst er ook op dat het aantal gehuwde pastoraal werkers daalt. “Hun aantal is de afgelopen drie jaar met twintig teruggelopen tot 68 en zal blijven dalen. Bij de vrijwilligers signaleert hij een andere trend. Niet zozeer een dramatische daling als wel de overgang van een levenslang naar een tijdelijk engagement. “Ouders nemen heel actief deel in een communie- of doopgroep maar zodra hun kinderen deze leeftijd ontgroeid zijn, stoppen zij.”

Optimistisch over mogelijkheden in toekomst
Hij acht het mogelijk dat de kerk weer aansluiting vindt bij de oplevende religiositeit die her en der weer plaatsvindt. “Een optreden van Madonna aan het kruis, de intense beleving van nieuwe uitvaartrituelen: de kerk kan daarop inspelen. Daar laten we nog kansen liggen. Maar het is niet de kern van de zaak. Want dat is het doorgeven van het evangelie. Dat moet ook kunnen met minder beroepskrachten en minder kerkgebouwen. Iedereen die gedoopt is hoort erbij.”

Andere berichten