Dankwoord bisschop Van den Hende bij zijn wijding

25 november 2006

Na de indrukwekkende viering waarin bisschop Van den Hende tot bisschop is gewijd sprak hij zijn eerste homilie uit. Hij herinnerde zich zijn eerste bezoek aan de kathedraal op 10 september 2006. "Toen een leeg gebouw. Mij werd verteld over de restauratie en het herstel van de kerk. Nu ben ik in een volle kerk, vol met levende stenen die de Kerk van Jezus Christus vormen. Samen vieren wij de Eucharistie, bron en hoogtepunt van ons geloof."

"Eucharistie is dankzegging," aldus bisschop Van den Hende. "We danken omdat Hij ons bijeen roept en Hij ons uitkiest. We kiezen Hem niet uit maar Hij ons. We  zijn dankbaar dat we ons geloof mogen beleven. In deze Eucharistieviering heb ik tijdens de wijding de kracht van de Heilige Geest mogen ontvangen. Ik weet zeker dat Hij mij kracht zal blijven schenken. Hij geeft mij steun en verlichting. Toen de nuntius mij enige tijd geleden vroeg of ik bereid was bisschop-coadjutor van Breda te worden, antwoordde ik met de woorden van Jeremia: "Ik ben nog zo jong." De nuntius antwoordde toen: "We weten hoe oud u bent, we kennen uw leeftijd." Ik besefte toen dat een bisschop, om herder te kunnen zijn, zichzelf moet stellen onder het herderschap van Jezus Christus. Het is de Heer die mij kracht verleent en ik ben Hem dankbaar dat Hij mij geholpen heeft om ja te zeggen."

"Ik ben ook paus Benedictus XVI dankbaar," vervolgde hij. "Ik ben dankbaar op weg te mogen gaan met bisschop Muskens en tochtgenoot te zijn met de priesters, diakens, pastoraal werkers, parochianen en religieuzen die in dit bisdom nog talrijk zijn. Er is reden voor dankbaarheid om samen met hen de zending die Jezus Christus aan Zijn Kerk heeft toevertrouwd te vervullen. Hij heeft ons bij elkaar gebracht en wij mogen ieder op onze eigen plek meewerken aan de verkondiging van het Evangelie vanuit een diepverworteld geloof in God. Samen luisteren we naar de Schrift en voeden ons met de Sacramenten om hierdoor gesterkt catechese te geven, in de diaconie mensen in nood bij te staan, in de parochies te werken en zo Hem te dienen. Hij is degene die ons meeneemt, opwacht en tegemoet komt. De Heer is in ons Zijn werk begonnen en zal ons helpen Hem zonder vrees te dienen (Lc. 1,74). Dit geldt niet alleen voor bisschoppen maar voor ons allemaal," besloot bisschop Van den Hende zijn dankwoord.

Andere berichten