‘Mijn betrokkenheid op Kerk en wereld is onveranderd gebleven’: interview met emeritus-priester Nooren

8 oktober 2014

Op woensdag 8 oktober organiseert het bisdom de jaarlijkse emeritidag. Deze staat in het teken van het Sint Franciscuscentrum. Bisschop Liesen en Bob van Geffen, programmacoördinator van het Sint Franciscuscentrum, zullen inleidingen verzorgen.

Onder de emeriti die deze dag zullen bezoeken, bevindt zich Nico Nooren. De heer Nooren vierde onlangs in goede gezondheid zijn negentigjarige verjaardag. Graag vertelt hij over de invulling van zijn emeritaat. Na een lange staat van dienst in het bisdom ging Nico Nooren in 1994 met emeritaat. “Ik stopte toen met mijn laatste kerkelijke functie, rector van de Stichting Gasthuis St. Joseph in Zevenbergen,” vertelt hij desgevraagd. “Ik was toen zeventig jaar.”

Emeritaat
Dit betekende niet het einde van zijn actieve leven. Hij bleef als vrijwilliger verbonden aan het Gasthuis Sint Jozef te Zevenbergen. Onlangs vierde hij ik dat hij er 25 jaar als vrijwilliger hier werkzaam is. Hij legt uit wat zijn werk inhoudt. “Dat is twee zondagen per maand de eucharistie celebreren en door de week op vrijdag. Binnenkort neemt George Dirven één viering over op vrijdag. Dinsdag draag ik al jaren een eucharistieviering op in de Leystroom, het voormalig klooster-bejaardenoord van de franciscanessen ‘Alles voor allen’ in Breda.”

Hij heeft verschillende contacten met religieuzen en mensen in de samenleving. “Tot voor enkele jaren ging ik jaarlijks een week op retraite bij de trappistinnen in Brecht. Deze communiteit heb ik tijdens een sabbatperiode mogen ontdekken. Onlangs ben ik er drie dagen geweest. Dit verblijf heeft me geweldig veel goed gedaan. Als je ouder wordt, ervaar je dat je in vitaliteit achteruit gaat. Tijdens dit verblijf mocht ik merken dat mijn betrokkenheid op Kerk en wereld onveranderd is gebleven en ik deze voor anderen vruchtbaar kan maken. Als je ouder wordt, moet je ook zorgen dat je geestelijk zo vitaal mogelijk blijft.”

Inzet van emeriti en inzet voor emeriti
Nico Nooren heeft zich in zijn werk als benoemingenadviseur en als lid van het diocesaan kapittel regelmatig beziggehouden met de beleidsontwikkeling rond priesters met emeritaat. In de vergaderingen van het kapittel kwam de positie van de emeritus-priester regelmatig aan de orde. Er werd gesproken over de leeftijd waarop priesters met emeritaat gaan en bijvoorbeeld over het belang van goede afspraken met parochies rond eventuele voortgaande werkzaamheden. “Daarnaast maakten we werk van het emeritibezoek. De verantwoordelijkheid voor de emeritizorg lag aanvankelijk bij de dekenaten en nu bij het vicariaat. Per vicariaat zijn er emeriti-bezoekers actief. Zelf bezocht ik de emeriti die buiten het bisdom wonen. Bij dit alles moeten we ook oog te hebben voor de huisgenoten van een emeritus. Vaak trekken ze lang met een priester op en soms blijven ze wat verweesd achter als hij overlijdt. Het is van belang dat de Kerk hun inzet waardeert.”

De ervaring leert dat emeriti hun emeritaat op verschillende wijzen beleven. “Enerzijds is er de bevrijding van de werklast,” verduidelijkt Nooren. “Anderzijds hebben ze soms het gevoel er niet meer bij te horen. Door de emeritidag doet het bisdom zijn best dit gevoel weg te nemen en zijn waardering voor hun werk te uiten, nu en hun inzet in het verleden.”
 

Andere berichten