Ontwikkelingswerk zonder godsdienstige inspiratie verwordt tot materialisme

25 mei 2007

 “Ontwikkelingswerk zonder godsdienstige inspiratie verwordt tot materialisme.” Dit zegt bisschop Leo Dobbelaar cm. Leo Dobbelaar uit het Zeeuws-Vlaamse Vogelwaarde is bisschop in het Ethiopische Nekemte. Samen met bisschop Muskens viert hij op 26 mei zijn koperen bisschopsjubileum in de Antoniuskathedraal in Breda.

Bevestigd in geloof
Bisschop Dobbelaar vindt steun voor zijn opvatting in de Schrift. “Lucas beschrijft in het boek der Handelingen dat Petrus en Johannes naar de tempel gaan. Onderweg zien ze een man die vanaf zijn geboorte verlamd is. Hij vraagt de apostelen om geld. Petrus antwoordt: “Geld heb ik niet, maar wat ik wel heb, geef ik u: In de naam van Jezus Christus van Nazareth, sta op en loop” (Hand. 3,1-10). De christelijke inspiratie staat voorop in alles wat ik doe. Dit sluit ook aan bij de beleving van de Ethiopische mens. Deze is van nature godsdienstig. God hoort er gewoon bij. In de jaren zestig werden wij opgevoed met de God-is-dood theologie. De Ethiopiërs hebben mij bevestigd in het geloof. Zo gaat het in het leven. De bisschop bevestigt de gelovigen, maar hij ontvangt ook bevestiging van de gelovigen. Zo wil ik als bisschop allereerst een leraar en een goede herder voor en tussen de mensen zijn.”

Eigen benadering vanuit de missie
Ethiopië is van oudsher een christelijk keizerrijk. Op het einde van de tweede eeuw zijn er sporen van christendom. Via handelswegen is het christendom vanuit Egypte in dit land verspreid. Momenteel hoort meer dan 40% van de bevolking tot de Ethiopische orthodoxe kerk. Deze kerk erkende destijds het concilie van Chalcedon (451) niet en legt in haar leer de nadruk op de goddelijkheid van Jezus Christus. Tot 1974, toen communisten de macht overnamen, was zij de staatskerk. Daarnaast behoort 33% tot de islam. Er zijn protestanten en rooms-katholieken. “Het christelijk karakter van het land vraagt een eigen benadering door missionarissen. De Nederlandse provincie van de lazaristen, waartoe ik behoor, aanvaardde Ethiopië als missiegebied, toen het vanwege de politieke situatie onmogelijk was missionarissen naar Indonesië te zenden. We kozen die gebieden waar geen christenen waren. Daarnaast is het goed dat de Katholieke Kerk aanwezig is vanwege de oecumenische contacten. Doordat Ethiopië omgeven is door islamitische landen neemt de Ethiopische nationale kerk een geïsoleerde positie in. De katholieke kerk heeft een internationaal karakter. Zo brengt zij een nieuwe dimensie binnen in het kerkelijk leven in Ethiopië.”

Verbinding tussen geloof en leven
“De Katholieke Kerk levert ook een inhoudelijke bijdrage aan het oecumenisch gesprek. De Ethiopische kerk benadrukt het mysterievol karakter van God. Ze kent een rijke liturgie met rijke teksten in een vreemde taal. Het is ook een monastieke kerk. Ze kent eigenlijk geen lekenspiritualiteit. De protestanten leggen veel accent op de Bijbel. Hun liturgie is kaal. De Katholieke Kerk heeft een eigen liturgische traditie. Zij verbindt de liturgie met het leven. Op het einde van de eucharistieviering ontvangen gelovigen een opdracht, omdat het haar overtuiging is dat ons geloof gevolgen heeft voor het dagelijks leven.”

Pinksterkerken
Ook de kerken in Ethiopië hebben te maken met pinkstergelovigen en evangelische groepen. “Hun diensten zijn vaak uitzinnig. Zij weten met name de jongeren te boeien. Voor onze priesters vormt dit een probleem waarover wij veel praten. In deze gemeenschappen is vaak veel persoonlijke aandacht. Er bestaat ruimte voor emotie. Als kerk proberen we de jeugd te binden door een aantrekkelijk jongerenpastoraat. We richten jeugdgroepen op, organiseren activiteiten met sport en spel en gaan met jongeren in discussie over maatschappelijke en godsdienstige vragen. In onze kerk zou ook meer ruimte voor emotie kunnen komen,” aldus Dobbelaar.

Opbouw inlandse kerk
Dobbelaar ziet de toekomst van de kerk in Ethiopië niet somber in. “In de toekomst moeten de Ethiopiërs de kerk zelf dragen. Wij trekken ons geleidelijk aan terug. Zelf heb ik me mogen bezighouden met de vorming van jonge larzaristen en wereldheren. In ons bisdom zijn nu 28 priesters. Binnenkort mag ik er twee wijden. Zij werken in een gebied dat even groot is als de Benelux. Tot mijn grote vreugde doen op 24 juni de eerste drie zusters hun eeuwige professie in de Congregatie van de Barmhartige Zusters van Vincentius A Paulo. Ik heb zelf deze diocesane congregatie mogen oprichten. Ze zijn gebaseerd op de vincentiaanse spiritualiteit. De zusters gaan werken in het onderwijs, de ziekenzorg en het jongerenpastoraat. Momenteel telt de congregatie twee novices. Zo bouwen we met Ethiopische priesters en zusters een inlandse kerk op.

Ziekenzorg
Onderwijs en gezondheidszorg vragen veel aandacht van bisschop Dobbelaar. “Veel mensen lijden aan struma. Om deze ziekte tegen te gaan werkt Dobbelaar met Nederlandse artsen. Daarnaast komt ook de olifantziekte veel voor. De olifantsziekte wordt overgedragen door muggen. De ziekte veroorzaakt verharding en verdikking van de huid, door de ophoping van lymfe, meestal in de benen. Het is geen dodelijke ziekte, maar door deze ziekte kunnen mensen slecht lopen. Gelukkig werken in ons bisdom Indische zusters. Zij gebruiken veel kruiden. De bestrijding van deze ziekte is nog verwaarloosd. Gelukkig kunnen we ons bedruipen.

Wie betaalt onderwijs?
Meer zorgen heeft bisschop Dobbelaar over het onderwijs. “Er is meer onderwijs nodig, maar wie betaalt het,” verzucht hij. “In ons bisdom zijn 23 katholieke kleuterscholen, twaalf lagere scholen, vier junior colleges (MAVO) en één volledige middelbare school. Het katholiek onderwijs is zeer in trek vanwege de discipline, het hoge niveau en vooral de godsdienstige vorming. De Ethiopiër is een godsdienstig mens”

 Zie verder het interview in BN/De Stem: Leo Dobbelaar – ‘Een goede herder tussen de mensen’

 

(Foto’s: Myriam de Jong-Smits)

Andere berichten